In het voorjaar van 2020 werd ik benaderd door Karin van Os. Ze wilde een bijzondere expeditie ondernemen en zocht sponsors. Hier ben ik op in gegaan omdat ik het belangrijk vind dat er meer zicht komt op de schade die aan de oceanen is toegebracht. En ik hou ervan als jonge mensen zich belangeloos en enthousiast inzetten voor het onderwerp plasticvervuiling. Ze heeft voor mij een persoonlijk verslag geschreven van haar ervaringen. En dat kun je hieronder lezen. Hoi! Mijn naam is Karin, ik ben 23 jaar en in maart ging ik, mede dankzij de steun van Bag-again, op een duurzame zeilexpeditie. Met tallship de Twister staken wij de Atlantische Oceaan over en onderzochten wij (micro)plastic vervuiling. In dit artikel neem ik je graag mee in de bevindingen rondom het onderzoek en hoe alles wat ik tegenkwam op zee een perfecte samenvatting bleek te zijn van de geglobaliseerde plasticindustrie. Inleiding Altijd al heb ik enorm gehouden van de natuur. En hoe meer ik mij verdiep in de wisselwerking tussen mens en natuur, hoe duidelijker het voor me wordt dat de mens niet boven de natuur staat, maar slechts een onderdeel is van een intelligent systeem. De slimme ecosystemen op aarde geven ons ten slotte zuurstof, voedsel, de basis voor farmaceutische geneesmiddelen en filteren ons (drink)water. En deze systemen zijn worden weer beïnvloed door de wind- en zeestromen die zich over de gehele planeet bewegen. Door deel te nemen aan deze reis hoopte ik mij nuttig te kunnen maken met mijn bijdrage aan dataverzameling voor het onderzoek naar plastic vervuiling dat aan boord werd gedaan, en indirect aan een gezondere aarde. Maar ook om de enorme omvang van de Atlantische Oceaan écht te kunnen beleven in een omgeving waar niet de mens, maar water en wind het landschap domineren. Reisverslag Waar wij de oceaan met 16 man zouden oversteken werd dit getal door de getroffen corona-reismaatregelen ingedamd tot een bescheiden 9: de kapitein, drie bemanningsleden, twee koks, een marine biologe die het onderzoek leidde en twee deelnemers waar ik er één van was. Ook de geplande stops in het Caribisch gebied en de Azoren zaten er niet meer in, wat tot de unieke situatie leidde waarbij wij 30 dagen non-stop op zee door zouden brengen. De eerste drie dagen heb ik eerlijk gezegd weinig van de oceaan gezien; de golven bereikten al snel hoogtes van 4 meter en laten we zeggen dat ik en enkele andere landrotten aan deze nieuwe scheve en bewegende wereld moesten ‘wennen’. Nadat het schip wateren met dieptes tot wel 7 kilometer naderde, wat meestal een kalmere zee betekent, kon iedereen zich weer nuttig opstellen. Dat mocht ook wel, want zij die wel al zeebenen hadden gecreëerd, moesten de afgelopen drie dagen en nachten met weinig mankracht het schip bewaken. Dit betekent dat vanaf toen de reguliere wachten begonnen: 4 uur overdag en 4 uur ‘s nachts, samen met twee personen. Tijdens de wacht vulde je elk uur het logboek in, hield je de radar in de gaten, bestuurde je het schip en bewaarde je de koers. Overdag konden we genieten van de -voor zolang dat duurde- Caribische zon, spotten we wildlife en hielden we ons bezig met het het onderzoek. ‘s Nachts, wanneer je slechts met zijn tweeën op dek zat, was het stil en zag je ontelbaar veel sterren, meteorenzwermen en oplichtend alg langs het schip. Op één nacht hadden wij het geluk om een groep dolfijnen voor het schip te spotten. Bij daglicht is dit al indrukwekkend, maar nu hun lichamen dankzij bioluminescentie zelf licht leken te geven en een meterslang lichtgevend spoor achter zich lieten was dit gezicht echt onbetaalbaar! Maar een oceaanoversteek kan natuurlijk niet alleen over rozen gaan. Soms regende het en was het schip omringd door bliksemschichten die naar mijn smaak zo nu en dan iets te dichtbij kwamen. En soms waren er 6 meter hoge golven waardoor zelfs de meest simpele basishandelingen een enorme uitdaging werden. En daarbij werden mijn zenuwen af en toe nogal op de proef gesteld. Ook was het na verloop van tijd geen verrassing meer als je van het ene op het andere moment tot je knieën in het water stond en even later nog 10 ‘emmers’ water volgden, of als de vliegende vissen je om de oren vlogen. Nu je hopelijk een beetje een beeld hebt van deze zeilreis -waar wij de elementen van de natuur overduidelijk hebben ervaren- vertel ik graag over wat wij allemaal in en op zee zijn tegen gekomen op onze 8317 km lange route over de oceaan.Onderzoek Marine-biologe Fabiènne ging namens organisatie By The Ocean We Unite mee aan boord van de Twister om het onderzoek naar micro plastic vervuiling te leiden. Tijdens de reis maakten we samples van de bovenste laag van het wateroppervlakte. Dit gebeurde met behulp van een zogenaamde high speed manta trawl (te zien op de onderstaande foto) die per sessie anderhalf uur tijdens het varen te water werd gelaten. Het oceaanwater stroomt via de rechthoekige opening naar de staart van de manta trawl, die bestaat uit een fijn net dat deeltjes tot 0.3 mm klein uit het water kan filteren. Middels een formule die verschillende factoren zoals de waterdoorstroom, de duur van de meting en de omvang van het net meeneemt, kan op basis van het gevangen aantal deeltjes het aantal plastic deeltjes per vierkante kilometer worden gemeten. |
Hieronder zie je foto’s van één van de samples die tijdens de overtocht, midden op de Noord-Atlantische oceaan, is genomen. Hoewel dit de meting is die het verste verwijderd van de bewoonde wereld is gedaan, bevatte deze 53 stuks met het blote oog waarneembare plastic deeltjes. Pas je hier de formule op toe, dan zou één vierkante kilometer water ter hoogte van deze locatie zo’n 26275 stukjes plastic bevatten. Allen aan boord waren best onder de indruk van wat wij aantroffen in een netje dat maar een fractie van het totale watervolume in anderhalf uur tijd had meegenomen. Het was op het moment van deze meting immers al een week geleden dat wij voor het laatst enig contact met de bewoonde wereld hadden gehad, en bevonden ons ver van de bron van deze vondst. Daarbij waren wij de afgelopen week vergezeld door mahi mahi’s, vliegende vissen, dolfijnen en walvissen, die stuk voor stuk in datzelfde water wonen. Het voornaamste doel van het maken van dergelijke samples is het verkrijgen van inzicht rondom de verspreiding en de omvang van plastic vervuiling in de oceaan. Deze informatie kan ook weer bijdragen aan de collectieve kennis rondom deze relatief nieuwe en onbekende bedreiging voor de aarde. Maar deze manta trawl-methode brengt nog iets moois: de gebruikte manta trawl blijft aan boord van de Twister, wat betekent dat deze ook tijdens bijvoorbeeld reguliere dagtochten te water kan worden gelaten. Deze biedt zo een laagdrempelige manier om mensen met een niet-wetenschappelijke achtergrond toch kennis te laten maken met deze onderzoeksmethode en natuurlijk met alles wat in de oceanen rondzwerft; ten slotte heeft uiteindelijk iedereen hier mee te maken. De kloof tussen burger en wetenschap wordt op deze manier wat gedicht, en het microplastic probleem wordt zo een stuk zichtbaarder gemaakt. De levenscyclus van plastic Niet alleen de vervuiling van microplastic, ook de gehele levenscyclus van plastic is terug te zien op zee. Hoewel ik dacht redelijk goed op de hoogte te zijn van de hele industrie hier omheen, heeft deze zeilreis hier nog wat dimensies aan toegevoegd. Het begint bij de enorme hoeveelheid aan honderden meters lange schepen die soms plotseling op de radar verschenen. Het is onvoorstelbaar te beseffen dat zij in soms maar 6 dagen de Atlantische Oceaan oversteken met tonnen aan vracht of olie. Ook plastic wordt op deze manier in meerdere vormen van hot naar her gesleept. Dit gaat ongeveer als volgt: het grootste deel van het plastic wordt geproduceerd in China en Noord-Amerika. Het plastic dat zich nog niet in China bevindt wordt naar China vervoerd om hier omgesmolten te worden tot producten. Deze verspreiden zich dan weer over de hele wereld, waarna het vervolgens in de vorm van afval weer terug naar Azië wordt vervoerd om hier te worden verwerkt. Kun je het je voorstellen dat de plastic verpakking van je rucolamelange misschien wel 4 keer een oceaan heeft overgestoken? Lading verliezen Soms haalt de vracht een oversteek naar het vasteland echter niet. Eén van de stuurmannen en de kok aan boord die veel op dergelijke schepen hebben gewerkt vertelden mij ook over het regelmatig ‘verliezen’ van lading, hetzij bewust of per ongeluk. Hoewel ik mij hier weinig bij kon voorstellen werd dit gegeven tijdens de reis bevestigd; via Navtex (een radiotelex dienst voor het doorgeven van maritieme beveiligingsberichten) kregen wij ter hoogte van de Marokkaanse kust een melding binnen van een drijvende zeecontainer. Alsof dat nog niet verontrustend genoeg was, was het ook nog zaak om deze te vermijden; een botsing zou namelijk nog weleens tot het zinken van je schip kunnen leiden. Dumpen van vissersgerei Ook bestaan er helaas veel misstanden rondom het dumpen van vissersgerei in zee. Vooral tijdens illegale visserij die vaak ‘s nachts plaatsvindt, raken netten verloren in het water of worden gedumpt bij controles. En als vissers eens een zwerfnet opvissen, dan is het niet heel aantrekkelijk om deze mee te nemen naar land. Dit wordt namelijk doorgaans gezien als bedrijfsafval, waarvoor betaald moet worden. Daarom worden deze netten vaak gewoon weer terug de zee in gedumpt. Het probleem van globalisering De bovenstaande scenario’s zijn terug te zien in bijna alle samples die genomen worden in de Noordzee, het Kanaal en de Atlantische oceaan. Er worden ontzettend veel plastic korrels (grondstof voor veel plastic materialen) gevonden, veelal vervoerd in containers die op de één of andere manier te water zijn gekomen. Maar ook restanten van vissersnetten worden veelal teruggevonden in de samples. Dit alles bewijst dat niet enkel laksheid omtrent het opruimen van afval een probleem vormt, maar dat ook afspraken, regels en het geglobaliseerde karakter van de gehele plasticindustrie dragen hier voor een groot deel aan bijdragen. Terug in Nederland! Naast dat ik nu een grotere waardering heb voor een lichaam dat vrij is van blauwe plekken, en voor borden en bekers die niet door de ruimte glijden tijdens het eten, heeft deze reis me ontzettend veel gebracht. Door inspirerende gesprekken met de crew die al jaren doorbrengt op zee, maar natuurlijk ook door hier zelf een maand van te hebben geproefd, kan ik zeggen dat ik de oceaan en de hieromheen gebouwde industrie een stukje beter kan bevatten. Ook de ervaring van 30 dagen omringd zijn door natuur, zonder enige afleiding van je mobiele telefoon of stadsgeluiden heeft me eraan herinnerd hoe waardevol het is om je hier af en toe in terug te trekken én vooral om deze te koesteren. Het was een waardevolle ervaring die mij nog meer inspiratie en motivatie heeft gegeven om kritisch te blijven kijken naar mijn persoonlijke consumptiegedrag en mij in te blijven zetten voor natuurbehoud. Ik wil Inge nogmaals enorm bedanken voor haar steun, en ik hoop dat mijn verhaal jullie ook iets heeft kunnen brengen. |